Op weg naar een vakantie in Drenthe, begin november, maak ik een tussenstop in Nijverdal. Vanaf het bezoekerscentrum van de Sallandse Heuvelrug maak ik een wandeling van ruim zeven kilometer, de oranje route. Een route door zowel loof- als naaldbos en over hei.
De route gaat meteen het bos in en ik loop over knisperende blaadjes in allerlei kleuren. Er tussendoor zijn diverse paddenstoelen te zien. In tegenstelling tot de weersberichten is het behoorlijk onstuimig met flink wat wind en af en toe miezer. Hierdoor zie en hoor ik nauwelijks vogels tijdens de wandeling, maar het ruikt wel heerlijk.
Stukken beukenbos en naaldbos wisselen elkaar af. Soms zie ik aan de linkerkant vooral loofbomen en rechts naaldbomen. In de naaldbomen zit op een gegeven moment een groepje goudhaantjes. Ze zitten echter erg hoog en zijn zo beweeglijk dat je ze bijna niet kan zien en fotograferen is helemaal onmogelijk. Het is vandaag vooral genieten van de paddenstoelen en uitzichten. De bomen zijn al veel blad verloren, maar de blaadjes die er nog zijn, hebben de mooiste kleuren. Tussen de naaldbomen zitten veel lariksen (Europese lork) en die verliezen hun naalden in de winter. Voordat ze vallen, krijgen ze een schitterende geeloranje kleur.
In de bomen is af en toe een bonte specht op zoek naar een lekkere maaltijd en in de verte hoor ik gaaien ruzie maken. Uiteindelijk gaat het bos geleidelijk over in heidegebied. Hier is de wind nog duidelijker merkbaar en hier zijn bijna helemaal geen vogels te zien of horen. Op het zandpad zie ik meerdere rupsen van de veelvraat. De meesten vertonen weinig teken van leven, maar een moedige rups houdt vol en kruipt op weg naar een beschut plekje.
Op een gegeven moment kom ik bij het broedgebied van de korhoenders. Deze beschermde vogelsoort komt hier nog voor, maar wordt meestal in de ochtend gezien. Nu is het al middag, maar toch loop ik een stukje het gebied in. Tussen februari en oktober is het gebied afgesloten zodat de vogels rustig kunnen broeden, maar nu mag je hier wel lopen. Zoals verwacht zie ik geen korhoen, maar ik wordt wel getrakteerd op mooie uitzichten. Het is een vrij heuvelachtig gebied, waardoor je ver uitzicht hebt op de omgeving.
Wanneer ik terugloop, gaat de heide weer langzaam over in bosgebied. Af en toe zijn het smalle paadjes en zeker aan het einde, is het soms behoorlijk heuvelachtig. Wanneer ik verder het bos in loop, kom ik op een stukje vol jeneverbesbomen. Deze boomsoort, is de enige die in Nederland op de rode lijst staat en ik zie ze zelden, maar hier staan er veel bij elkaar. Over de hele route zijn ook veel rode bosbessen te zien, sommigen hebben ook leuke bloemetjes.
Na ruim zeven kilometer kom ik weer aan bij het bezoekerscentrum. Hoewel ik vrijwel geen vogels heb gezien en ook het aantal paddenstoelen enigszins tegenvalt, is het een mooie wandeling geweest.
Grote bloedsteelmycena (boven) en lariksen (onder)
Rups veelvraat (boven) en glanzend druivenpitje (onder)
Rode bosbes
Reactie plaatsen
Reacties