Op de grens van Flevoland en Gelderland

De dag begint al vroeg met een bezoekje aan een vogelhut in Elburg. De hut biedt uitzicht op een rietveld en het Drontermeer. In het riet leven uiteraard allerlei rietvogels, zoals de kleine karekiet, rietzanger en baardmannetjes. Die laatste zie ik helaas niet deze dag, maar de andere twee wel. Ook zie ik voor het eerst even de snor, wel ver weg verstopt in het riet. In het water zitten verschillende eendensoorten, waaronder de dodaars, tafeleend en de krooneend. Die laatste twee soorten zijn voor mij ook nieuw. Daarnaast zijn er meerkoeten met jongen aanwezig, wat altijd een leuk gezicht is. 

De publiekstrekkers hier zijn echter de bruine kiekendieven. Drie stuks vliegen op en neer over het rietveld. Op zoek naar een lekkere maaltijd, maar ook op zoek naar takken om in het riet een nest te bouwen. Het zijn wendbare vogels die vlak boven het riet allerlei bochten maken. Het is de meest algemene kiekendiefsoort in Nederland, die vooral leeft in moeras- en rietgebieden. Die zijn er in mijn buurt niet veel, maar dit jaar heb ik al meerdere keren geluk gehad. Ik vindt het echt ontzettend mooie roofvogels. Kleiner dan een buizerd en daarom minder imposant. Maar wel acrobatischer en mooi getekend. Ik blijf dan ook meer dan een uur genieten van alles wat ze laten zien.

Roggebotzand en zeearenden

Met de auto door naar het Roggebotzand in Dronten, het oudste bos van Flevoland. Hier maak ik een kleine wandeling, de libellenroute van 2,5 kilometer. Gezien de naam van de route verwacht ik veel water met natuurlijk libellen. Maar de route gaat voornamelijk door donker bos en bij het water waar ik langs kom, zie ik bijna geen libellen. Eigenlijk valt het me een beetje tegen. Het bos is mooi, maar er is verder niet veel te zien, behalve wat leuke bloemen en kleine insecten.

Door naar de volgende stop bij het Drontermeer. Hier hoop ik zeearenden te zien. Ik hoef niet lang te wachten, want ze vliegen continu op en neer naar hun nest. Helaas voor mij wel vanaf de verkeerde kant, waardoor ze best ver weg blijven. Twee keer neemt een van de arenden een grote vis mee. Hoewel ik ze niet de mooiste roofvogels vindt, zijn ze wel indrukwekkend. In het water is ook een grote zilverreiger bezig met het vangen van een vis. In de berm fladderen weer allerlei mooie vlinders rond. Wanneer de zeearenden dus even op pad zijn om vis te vangen, is er toch nog genoeg te zien.

Weidevogels

Mijn laatste stop is bij de Kleine Woldweg in Oosterwolde. Via allerlei binnendoor weggetjes kom ik hier aan. Een stille weg tussen de grasvelden. Op het oog niets bijzonders, maar in de drassige graslanden zitten allerlei leuke vogels. Dit is ook een plek waar veel roerdompen zitten, maar omdat het gras al zo hoog is, zijn die niet goed meer te zien. Helaas, want deze soort wil ik heel graag een keer tegenkomen. Maar ik zie wel andere leuke soorten zoals onze nationale vogel, de grutto. Rondom mijn woonplaats Vught, zijn ook weidevelden, maar de grutto kom ik niet zomaar tegen. Dat geldt ook voor de tureluur, een andere Nederlandse weidevogel. Een leuke afsluiter van een afwisselende dag.